AI in Nederland: De belangrijkste cijfers en trends uit nieuw onderzoek
Steeds meer Nederlanders maken gebruik van AI-tools, zowel thuis als op de werkvloer. Dat blijkt uit het nieuwste onderzoek van Newcom, uitgevoerd onder ruim 2.500 Nederlanders tussen de 18 en 65 jaar. Het is de derde keer dat dit onderzoek is uitgevoerd en daardoor ontstaat een helder beeld van de ontwikkeling in het afgelopen jaar. De centrale vraag: hoe vanzelfsprekend zijn AI-tools inmiddels geworden?
AI in het dagelijks leven: van niche naar normaal
In een half jaar tijd groeide het aantal gebruikers van AI-tools in Nederland van 4,4 naar 5,8 miljoen. Van deze gebruikers zet een overgrote meerderheid (4,6 miljoen) AI minimaal één dag per week in. Daarmee is kunstmatige intelligentie niet langer een nichetoepassing voor technologische voorlopers, maar een hulpmiddel dat breed zijn weg vindt in het dagelijks leven.
AI op de werkvloer: stevige opmars
Ook op de werkvloer neemt het gebruik snel toe. In juli 2025 maken 3,6 miljoen Nederlanders gebruik van AI-tools in hun werk, tegenover 3,1 miljoen een half jaar eerder. Bijna 3 miljoen doen dat op wekelijkse basis. Dit laat zien dat AI niet alleen een privéhulpmiddel is, maar ook steeds meer onderdeel wordt van professionele werkprocessen.
Welke tools domineren?
De markt van AI-tools ontwikkelt zich snel, maar niet elke aanbieder weet vaste voet aan de grond te krijgen. ChatGPT is de duidelijke koploper en wint de afgelopen periode nog meer marktaandeel. Ook Microsoft Copilot groeit gestaag mee. Gemini van Google daarentegen verliest terrein en zakt verder weg in de ranglijst van meest gebruikte tools. Dit roept vragen op over gebruiksgemak, integratie en de herkenbare meerwaarde van de verschillende aanbieders.
Bron: Newcom
Wat doen mensen met AI op het werk?
AI wordt op de werkvloer vooral ingezet als informatiebron, sparringpartner of voor het schrijven en bewerken van teksten. Dat laat zien dat AI niet alleen wordt gebruikt om tijd te besparen, maar ook als ondersteuning in creatieve en analytische processen. Het verschil tussen incidenteel gebruik en structurele integratie blijft echter groot. Veel organisaties staan nog aan het begin van de vraag hoe AI duurzaam kan worden ingepast in werkprocessen.
Generatieverschillen in gebruik
De verschillen tussen generaties zijn duidelijk. Acht op de tien jongeren uit generatie Z gebruiken AI in hun dagelijks leven, waarvan zes op de tien dit ook op het werk doen. Millennials en generatie X lopen iets achter, maar laten eveneens stevige groeicijfers zien. Ook babyboomers maken in toenemende mate gebruik van AI-tools, al ligt het gebruik in deze groep aanzienlijk lager. Dit wijst erop dat digitale vaardigheden en bekendheid met technologie bepalend zijn voor het tempo van adoptie.
- Gen Z (15-28 jaar): 79% gebruikt AI in het dagelijks leven, 62% ook op de werkvloer.
- Millennials (29-44 jaar): 62% privé en 51% op werk.
- Generatie X (45-59 jaar): 44% privé en 34% op werk.
- Babyboomers (60-65 jaar): 29% privé en 22% op werk.
Wat betekent dit voor organisaties?
De snelle opmars van AI op de werkvloer heeft gevolgen voor werkgevers. Het gebruik groeit vooral organisch, maar roept vragen op over beleid, privacy en ethiek. Voor organisaties is het daarom belangrijk om niet alleen ruimte te bieden voor experiment, maar ook te investeren in training, bewustwording en duidelijke kaders. Daarmee kan AI niet alleen incidenteel waarde toevoegen, maar ook structureel bijdragen aan productiviteit en kwaliteit.
Conclusie
Het onderzoek van Newcom maakt duidelijk dat AI-tools in korte tijd een vaste plek hebben veroverd in het dagelijks leven en op de werkvloer. De groei zet stevig door en lijkt voorlopig niet af te nemen. Voor organisaties betekent dit dat de vraag niet meer is óf AI een rol speelt, maar hoe die rol wordt vormgegeven. Wie nu investeert in kennis, vaardigheden en beleid, kan AI op een verantwoorde manier inzetten en een voorsprong nemen in de toekomst.
Wil je weten waar jouw bedrijf staat en hoe je AI praktisch kunt inzetten? Neem dan contact op voor meer informatie.
Bron:
